Motivatie
De wereldtentoonstelling in het Crystal Palace in Londen 1851, kan worden beschouwd als het begin van de aquaristiek als hobby, Dus kunnen we nu (anno 2020) terugkijken op bijna 170 jaar aquaristieke geschiedenis. De behoefte aan en de ontwikkeling van technische apparatuur om een zuiver watervolume om te vormen tot een aquaristiek leefmilieu en de uitvinding van het vlokkenvoeder in de jaren zestig van vorige eeuw, maakten het mogelijk om de aquaristiek toegankelijk(er) te maken voor een breder publiek. De financiële betaalbaarheid van het langeafstandsvervoer in de jaren zeventig van vorige eeuw, leidde uiteindelijk (en nog steeds) tot de ontdekking en import van een schat aan tot dan toe onbekende zoet-, brak- en zeewaterorganismen. Ook de selectieve veredeling van een aantal flexibele organismen introduceerde, net als de soortenveredeling in kwekerijen, vooral nieuwe kleurvormen en de mogelijkheid deze te taxeren. Aquaristiek is altijd een spiegel van onze samenleving geweest, met al haar uitdagingen, successen en prestaties, maar ook met al haar nadelen.
De toenemende globalisering, de onvoorwaardelijke ondergeschiktheid aan een wereldwijd liberaal economisch denken, een nog steeds sterk groeiende wereldbevolking en de bedreiging van onze planeet door de klimaatverandering, milieuvervuiling, de vernietiging van leefmilieus en hulpbronnen, die zich in dezelfde of, waarschijnlijk, nog kortere tijd voltrekt, stopt allemaal niet bij onze hobby. De aquaristiek presenteert zich al lang als niet meer als de perfecte wereld in een glazen bak! Al te vaak hebben wij, aquarium- en terrariumhouders, met eigen ogen de vernietiging en bedreiging van de biotopen in het thuisland uit onze hobby gezien.
Al te vaak worden milieurampen en de plaatselijke vernielingen van leefgebieden live via de televisie en het internet verspreid. Al te vaak echter zijn ook wij, via onze dagelijkse aankopen, rechtstreeks betrokken bij die bedreiging van het bestaan van de fauna en flora ginds! Die bedreigde verre wereld van onze vissen, garnalen en andere waterorganismen, ook planten, amfibieën en reptielen, toch ook onze wereld, is daardoor op een pijnlijke manier dichterbij gekomen.
Van bijvoorbeeld de ongeveer 30.000 gekende vissen, leeft ongeveer de helft van de soorten in zoet water, de andere helft in zee. Dit betekent dat ongeveer 15.000 soorten zeevissen ongeveer 97,4% van het water op de aarde bewoont. Een vergelijkbaar aantal zoetwatervissen − min het gebonden zoet water (ijs, grondwater, wolken, enz.) – leeft in wat er nog over is, wat slechts 0,3% van het beschikbare water uitmaakt: rivieren, beken, meren. De soortenrijkdom van de vissen in zoet water overtreft dus die van de oceanen met een factor 300!
Voor ons mensen, zijn deze waters transportroutes en dienen voor de opwekking van energie, de watervoorziening, voedsel, enz. De meeste steden zijn tevens gebouwd langs rivieren. De mens pakt daaruit wat hij nodig heeft of wil en dumpt erin wat hij niet meer wil. Hij maakt ze recht, temt ze, ... vernielt ze.
Mensen en zoetwaterhabitats zijn altijd al nauw met elkaar verbonden geweest en daarom zijn deze waterbiotopen veruit de meest bedreigde ter wereld. Ongeveer een derde van de Europese zoetwatervissen wordt daardoor bedreigd; wereldwijd is dit aandeel waarschijnlijk vergelijkbaar, zeker vanwege de dikwijls extreem kleinschalige soortenrijkdom in de tropen.
In 2009 schatte de IUCN dat ongeveer 1.150 van de 3.120 geregistreerde soorten als bedreigd konden beschouwd worden. Zo werd tien jaar geleden 80 procent van de soorten niet geregistreerd, waarvan een derde bedreigd werd. Het geschatte aantal niet gemelde en niet beschreven soorten zou zelfs kunnen oplopen tot 50%, wat overeenkomt met ongeveer ±8.000 bedreigde zoetwatervissoorten. Volgens een studie, uitgevoerd door de Oxford University in 2015, zijn zoetwaterhabitats − we herinneren ons dat slechts 0,3% van het beschikbare water op deze planeet de thuisbasis is van 10% van alle bekende soorten levende wezens – is sinds het begin van de 20ste eeuw 71% van de wetlands verloren gegaan, 76% van de soorten die er leven is aanzienlijk in verval. Van de 750 garnalensoorten die onder de IUCN vallen (in 2011), worden er 150 bedreigd, ofwel 20%. We merken al langer in het dagelijks leven dat de insecten en vogels ook bij ons beduidend verminderen, waardoor ook onze leefwereld steeds stiller en kleurlozer wordt. Het sterven onder het wateroppervlak, gebeurt daarentegen grotendeels onopgemerkt.
Ook amfibieën en reptielen staan er niet beter voor. Doordat ze, in de overgrote meerderheid van de gevallen, voor hun voortplanting water nodig te hebben, worden ook zij rechtstreeks, tot zelfs ernstig, getroffen door de bedreiging van hun zoetwaterhabitats, net zoals de vissen, planten en ongewervelde dieren.
Daarnaast is er de dreiging van Chytridiomycota-schimmels − een direct gevolg van de globalisering − welke een ziekte veroorzaken die vele soorten bedreigt. Een groot aantal reptielen/amfibieën is daarenboven vaak klein in volume. Kleine soorten vallen daardoor vaak niet erg op en zo wordt hun verdwijning vaak veel te laat of zelfs helemaal niet opgemerkt.
Ook soorten die in of in de buurt van waterlopen leven, zoals moeras- of waterschildpadden, worden blootgesteld aan dezelfde bedreigingsscenario's als vissen, garnalen, slakken en kikkers. Hun biotopen worden overwegend door de lokale bevolking bedreigd: watervervuiling door industrieel afvalwater, meststoffen, pesticiden en onkruidverdelgers uit de landbouw en het lozen van onbehandeld stedelijk afvalwater hebben een vernietigend effect.
Daarnaast is er de uitdroging van vele habitats als gevolg van de onmiskenbare klimaatverandering, door de industrie, door de landbouw en de groei van steden met hun sterk toegenomen vraag naar water.
Er is de verandering van hun biotopen ten gevolge van ontbossing, de transformatie van vegetatie in monoculturen, een stijging van de temperatuur als gevolg van de klimaatverandering en de blootstelling van habitats van uitheemse soorten aan de voedselproductie.
Veel aquarium- en terrariumhouders zijn daardoor, lang geleden, al begonnen met te anticiperen op het uitsterven van een aantal soorten: hetzij voor zichzelf, hetzij binnen federaties en verenigingen of anderszins georganiseerd. Het zelf kweken van velerlei bedreigde soorten is van groot belang, mede door de mogelijkheden en de ervaring van hobby-aquarianen en dito terrariumhouders.
Terwijl het in het verleden veelal enkele zeldzame particulieren waren die, in tegenstelling tot de zoölogische bedrijven, zorgden voor de kleine soorten die in de landen van herkomst over het hoofd werden gezien, behoort het woord "natuurbeschermingsfokkerij" nu tot de standaardwoordenschat van nagenoeg alle vivariumhouders. De kweekprojecten die gewijd zijn aan bepaalde soorten of hun biotopen, genieten steeds meer belangstelling, zelfs onder de dierentuinen die vandaag de dag, en gelukkig ook nu nog in grote mate, zorgen voor de bedreigde biodiversiteit van de zoete waters.
Vele projecten voor het behoud van soorten, worden vandaag ook lokaal georganiseerd en gecoördineerd, waarbij particulieren soms echter snel hun grenzen bereiken door een gebrek aan financiële middelen of ervaring.
Waar het wereldwijde falen meestal te wijten is aan een totaal gebrek aan belangstelling en/of zuiver egoïstisch winstbejag, springen individuen en dierentuinen vandaag in de bres en komen ze samen op voor soorten die lang geleden, zonder hun tomeloze inzet, zouden zijn verdwenen.
EATA, als overkoepelende organisatie van aquarium- en terrariumhouders, ziet zichzelf in dezen als een centraal punt binnen Europa dat al deze inspanningen op een overzichtelijke en georganiseerde manier samenbrengt op haar website.
EATA biedt al deze geïnteresseerde aquarium- en terrariumhouders een platform om projecten te vinden volgens hun eigen interesses en om in contact te komen met de respectievelijke projectmanagers. Het is belangrijk voor ons om dit platform voortdurend te laten groeien en te actualiseren, waarbij grenzen natuurlijk geen rol mogen spelen.
Op dit platform vindt u projecten die binnen de verenigingen en federaties van de EATA actief zijn. Daarnaast zijn er projecten van externe verenigingen, evenals projecten van dierentuinen en personen die niet in een vereniging georganiseerd zijn, maar ook eigen projecten die tot stand zijn gekomen.
De dreiging kent geen grenzen en dus mogen wij, die in onze pogingen om deze tegen te gaan, ook niet kennen. Elk van deze acties en projecten zijn té waardevol en té belangrijk op zich!
Enkel, als we allemaal samen werken en de handen symbolisch samen slaan of de handen naar elkaar reiken en ervaring met elkaar delen, kunnen we grootse dingen bereiken. Volgens een statistiek zou dat in Duitsland alleen al in 2020 dan met meer twee miljoen aquaria kunnen gebeuren. Alleen al dit aantal biedt, na een kleine rekenoefening, een ongelooflijk potentieel, aangezien we met een twintigste van deze aquaria vele aquaria zouden kunnen inzetten voor de nakweek van een groot aantal bedreigde zoetwatervissen.
Men hoort terecht zeer vaak wat een individu allemaal kan veroorzaken en het is inderdaad heel erg wat hij/zij kan doen. Positief toegepast op vivariumdieren kan dit echter het verschil maken tussen het overleven van een soort of het verdwijnen ervan.
Wij van de EATA, met alle aangesloten bonden en verenigingen, nemen onze verantwoordelijkheid en hebben besloten om samen te strijden voor het behoud van de biodiversiteit. Steun ons door bestaande projecten te ondersteunen met uw eigen inzet of financieel, of door zelf een project te starten.
Hier vindt u een lijst van de projecten met een korte beschrijving en contactmogelijkheden: projecten voor de instandhouding van kweek- en soortbeschermingsprojecten.